Financieel overzicht
In de volgende tabel staat de top 10 van risico's met de grootste financiële impact, gerangschikt op percentage van invloed.
Nr | Risico | Kans | Financieel gevolg maximaal | Invloed |
---|---|---|---|---|
1 | De in de meerjarenbegroting extra opgenomen bedragen voor prijscompensatie kunnen onvoldoende zijn om stijgende prijzen als gevolg van schaarste, inflatie en loonstijgingen te compenseren. Het gaat hier om prijsstijgingen en inflatie in het algemeen. Zoals prijzen voor bouwmaterialen, grondstoffen, energie en loonkosten bij zorgaanbieders en welzijnsinstellingen in het sociaal domein. | 70% | € 3.000.000 | 21.33% |
2 | Langdurige uitval van computersystemen door hacken en gijzelsoftware. | 50% | € 2.000.000 | 16.38% |
3 | Extra kosten voor achterstallig onderhoud van gemeentelijke panden doordat huurders tijdens de verhuurperiode onvoldoende onderhoud hebben gepleegd aan een pand. | 60% | € 830.000 | 10.15% |
4 | Een vereniging of instelling kan niet meer voldoen aan de betalingsverplichting van een gemeentelijke lening of aan de betalingsverplichting van een lening waarvoor de gemeente borg of garant staat. | 50% | € 1.000.000 | 7.75% |
5 | Sociaal Domein Jeugdzorg: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. De zorgbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door een mogelijke toename van de zorgvraag, de complexiteit daarvan en de beperkte invloed op externe verwijzers naar Jeugdzorg. | 50% | € 500.000 | 6.15% |
6 | Sociaal Domein Wmo: Beperkte sturingsmogelijkheden op budgetten. Zorg- en ondersteuningsbehoefte en daaraan gerelateerde kosten kunnen hoger uitpakken door vergrijzing en beleid gericht op langer zelfstandig wonen. Het aantal aanvragen en de complexe hulpvragen nemen toe. Personeelstekorten en daarmee gepaard gaande wachtlijsten bij zorgaanbieders kunnen leiden tot een groter beroep op Wmo voorzieningen. | 50% | € 350.000 | 2.26% |
7 | Kosten voor uitkeringen van ex-medewerkers omdat de gemeente verplicht eigenrisicodrager is voor de Werkloosheidswet (WW). | 50% | € 250.000 | 2.15% |
8 | Datalekken van persoonsgegevens: Extra kosten voor noodmaatregelen zoals beveiligingsmaatregelen en herstelkosten. Schadeclaims. | 50% | € 200.000 | 1.81% |
9 | Verzwakken van stammen en takken van bomen waardoor extra kosten ontstaan voor beheer en onderhoud. | 50% | € 250.000 | 1.70% |
10 | Extreem weer zoals storm, hitte en droogte kan leiden tot schade aan bomen en beplanting, speeltoestellen, wegen etc. waardoor extra kosten ontstaan voor herstelwerkzaamheden. | 40% | € 250.000 | 1.49% |
Totalen
Totaal maximaal financieel gevolg top 10 risico's: € 8.630.000
Totaal maximaal financieel gevolg overige risico's: € 9.920.000
Totaal maximaal financieel gevolg alle risico's: € 18.550.000
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie (voor de begroting 2024):
- Risico 2 Hacken en gijzelsoftware: Het maximaal financieel gevolg is verhoogd van € 1.000.000 naar € 2.000.000 op basis van ervaringscijfers bij andere gemeenten en organisaties. Daarnaast stijgt de financiële impact door neven- en vervolgschade.
- Risico 3 Achterstallig onderhoud aan verhuurde panden: Dit is een nieuw risico.
- Risico 5 Sociaal domein Jeugdzorg: Dit risico was gekwantificeerd op 60% kans op een maximaal financieel gevolg van € 700.000. Het risico is verlaagd omdat de prognoses laten zien dat er steeds meer grip is op de kosten.
- Risico 6 Sociaal domein Wmo: Het maximaal financieel gevolg is verhoogd van € 200.000 naar € 350.000 vanwege dubbele vergrijzing en toenemende stagnatie in de zorgketen waardoor het risico groter wordt dat een beroep wordt gedaan op (dure) Wmo voorzieningen. De toename van het aandeel oude ouderen (meestal 80 jaar en ouder) onder alle ouderen (van 65 jaar en ouder) wordt ook wel “dubbele vergrijzing” genoemd.
Beheersmaatregelen
Conform de toezegging aan de raad worden in deze paragraaf beheersmaatregelen opgenomen voor de top drie van risico's:
- Risico 1 Stijgende prijzen: Inflatie is een niet beïnvloedbaar risico maar uiteraard nemen wij maatregelen om de gevolgen van het risico te verkleinen. We monitoren de inflatiecijfers en we kijken voor welke uitgaven helder is dat het risico zich voordoet. Deze verwachte stijging van de prijzen wordt dan overgebracht naar de voorgestelde programmabegroting.
- Risico 2 Hacken en gijzelsoftware: Er zijn diverse beheersmaatregelen getroffen om de informatieveiligheid en privacy te borgen, echter moeten deze maatregelen continu aangepast en verbeterd worden. Hiervoor is ook een actieplan opgesteld en een project gestart.
Ook na afronding van dit project zullen de beheersmaatregelen continu geëvalueerd en bijgestuurd moeten worden om te voorkomen dat computersystemen gehackt worden.
- Risico 3 Achterstallig onderhoud bij verhuurde panden: Het proces voor teruglevering van een verhuurd pand wordt eerder gestart en hierbij wordt duidelijkheid gegeven over het afgesproken onderhoudsniveau en de mogelijk daaruit voortvloeiende kosten.
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 18.550.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het is voor 90% zeker dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 5.706.646. Dit is dan ook onze benodigde weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit is met € 853.634 gestegen. Bij de vorige risico-inventarisatie bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit namelijk € 4.853.012.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die we hebben om de risico's in financiële zin af te dekken. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gebaseerd op de stand per 31 december 2023.
Beschikbare weerstandscapaciteit | |
---|---|
Algemene reserve | € 22.695.012 |
Restant voor onvoorzien | € 41.000 |
Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf (niet geblokkeerd deel) | € - |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | € 22.736.012 |
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen voldoende is, moet de relatie worden gelegd tussen:
- de financieel gekwantificeerde risico's en
- de daarbij gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit
Onderstaande figuur laat de relatie zien:
Risico's | Weerstandscapaciteit | |
---|---|---|
Bedrijfsproces, Financieel | Algemene reserve | |
Letsel / Veiligheid | Restant voor onvoorzien | |
Materieel, Milieu | ||
Personeel / arbo | ||
Product | ||
↓ | ↓ | |
Weerstandsvermogen |
Ratio weerstandsvermogen
Als we de benodigde weerstandscapaciteit, die uit de risicosimulatie voortvloeit, afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, ontstaat als uitkomst de volgende ratio:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 22.736.012 | = 3,98 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 5.706.646 |
Onderstaande normtabel biedt een waardering van de berekende ratio. De normtabel is ontwikkeld door Naris in samenwerking met de Universiteit Twente. De formele ratio van onze gemeente valt per 31 december 2023 in klasse A. Dit duidt op uitstekend. In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat de ratio weerstandsvermogen minimaal 1.5 moet zijn.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | <0.6 | Ruim onvoldoende |
Verloop van de ratio
Onderstaand figuur laat het verloop zien van de ratio weerstandsvermogen en de -capaciteit.
Toelichting bij de X-as (horizontale as): deze as is opgesteld op basis van de chronologische volgorde van het maken van het gemeentelijk risicoprofiel. Eind 2022 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2022 (R2022), zomer 2023 maken we het risicoprofiel voor de begroting 2024 (B2024) en eind 2023 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2023 (R2023). In chronologische volgorde is het dan R2022, B2024 en R2023.
Verplichte financiële kengetallen
Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting/jaarrekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Gemeenten zijn op grond van artikel 11 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij ministeriële regeling is vastgesteld hoe de kengetallen worden berekend en hoe deze in de begroting en jaarrekening moeten staan.
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | ||
---|---|---|---|
Verslag 2022 | Begroting 2023 | Verslag 2023 | |
Netto schuldquote | 44% | 72% | 41% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 39% | 65% | 37% |
Solvabiliteitsratio | 32% | 25% | 34% |
Grondexploitatie | -2% | -2% | -1% |
Structurele exploitatieruimte | 5% | 1% | 4% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | 97% | 100% | 100% |
Signaleringswaarden
Er is geen wettelijke normering voor de kengetallen. Het Ministerie van BZK heeft samen met enkele provincies, waaronder de provincie Gelderland, signaleringswaarden opgesteld waaraan de kengetallen kunnen worden getoetst. De signaleringswaarden zijn in 3 categorieën verdeeld, waarbij categorie A als minst en categorie C als meest risicovol wordt bestempeld.
Omschrijving | Signaleringswaarden | ||
---|---|---|---|
Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | begr. en mjr. >0% | begr. of mjr. >0% | begr. en mjr. <0% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Op verzoek van de auditcommissie worden de relevante financiële kengetallen ook grafisch weergegeven.
Toelichting financiële kengetallen
De financiële positie is te beoordelen op basis van een aantal indicatoren. De belangrijkste zijn het meerjarig overzicht van baten en lasten en de balans, waarbij het realiseren van structureel en reëel evenwicht het primaire doel is. Daarnaast zijn ook de kengetallen en de weerstandsratio belangrijke graadmeters voor de beoordeling van de financiële positie.
De wettelijke verplichte kengetallen geven inzicht in de financiële weer- en wendbaarheid. Zij leggen verbanden tussen een aantal aspecten die elk voor een verantwoord oordeel van de financiële positie relevant zijn. De uitkomst van één individueel kengetal zegt niet zo veel over de financiële positie van de gemeente Zutphen. De kengetallen moet altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld geven van de financiële positie.
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft daarmee een indicatie van de mate waarin de rente en de aflossingen op de exploitatie drukken. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
De netto schuldquote laat de hoogte van de schuldenlast van de gemeente zien ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft geen probleem te zijn.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van het totaal van de baten. Het geeft daarmee een indicatie van het beslag dat de financieringslasten op de exploitatie leggen en daarmee op de vrije ruimte in de exploitatiebegroting. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
Het kengetal wordt op dezelfde wijze berekend als de netto schuldquote maar bij de financiële activa worden ook alle verstrekte leningen betrokken. Een aanzienlijk deel van de opgenomen gelden is doorgeleend aan woningcorporaties en deelnemingen.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het wordt berekend door het eigen vermogen af te zetten tegen het totale vermogen (i.c. het balanstotaal). Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het (reguliere) exploitatiesaldo.
De solvabiliteitsratio is in 2023, net als in 2022, licht gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is positief en wordt veroorzaakt door een iets hogere stand van de reserves en een lagere stand van het balanstotaal (minder vreemd vermogen).
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten van de gemeente. In het algemeen geldt: hoe lager dit percentage hoe beter.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal wordt berekend door de boekwaarde van de grondexploitaties af te zetten tegen de totale baten van de gemeente (exclusief onttrekkingen aan reserves).
Structurele exploitatieruimte
In dit kengetal komt tot uitdrukking of een gemeente over voldoende structurele baten beschikt om de structurele lasten te dekken. Dit cijfer helpt mee om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit percentage negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten onvoldoende ruimte biedt om de structurele lasten te blijven dragen. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de financieringslasten) te dekken.
Voor de structurele exploitatieruimte geldt dat het uitgangspunt wettelijk al is dat er een structureel evenwicht moet zijn. Hierop toetst de provincie als toezichthouder.
Belastingcapaciteit
De onroerende zaakbelasting (OZB) is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid.
Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven. In de Meicirculaire van het Gemeentefonds staat een overzicht met de (ontwikkeling van de) gemiddelde lastendruk van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt ook gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet gebruikt wordt.
Niet verplichte financiële kengetallen
Naast de verplichte financiële kengetallen wordt op advies van de Auditcommissie een aantal niet verplichte financiële kengetallen opgenomen. Deze kengetallen worden gebruikt voor het op hoofdlijnen inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente Zutphen.
Exploitatieresultaten | jaarrekeningen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Jaar | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
Totale lasten | 209.629 | 189.065 | 176.800 | 177.366 | 175.832 |
Totale baten | -212.906 | -205.255 | -188.621 | -184.897 | -173.698 |
Resultaat vóór bestemming | -3.277 | -16.190 | -11.821 | -7.531 | 2.134 |
Storting in reserves | 14.647 | 20.927 | 12.218 | 6.415 | 10.208 |
Onttrekking aan reserves | -21.387 | -20.382 | -11.068 | -9.086 | -15.623 |
Saldo inzet reserves | -6.740 | 545 | 1.150 | -2.671 | -5.415 |
Resultaat na bestemming reserves | -10.017 | -15.645 | -10.671 | -10.202 | -3.281 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een voordelig resultaat | |||||
Reserves/eigen vermogen | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
Algemene reserve* | 22.695 | 13.256 | 10.156 | 5.381 | 5.380 |
Bestemmingsreserves | 45.385 | 45.919 | 37.802 | 31.225 | 30.616 |
Jaarresultaat | 10.017 | 15.645 | 10.671 | 10.202 | 3.281 |
Totaal eigen vermogen | 78.097 | 74.820 | 58.629 | 46.808 | 39.277 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
* Exclusief jaarrekeningresultaat | |||||
Financiering | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
Reserves/eigen vermogen | 68.080 | 59.175 | 47.958 | 36.606 | 35.996 |
Jaarresultaat | 10.017 | 15.645 | 10.671 | 10.202 | 3.281 |
Voorzieningen | 14.564 | 15.351 | 14.278 | 11.834 | 10.204 |
Schulden op lange termijn | 91.181 | 103.103 | 111.545 | 123.166 | 132.756 |
Beschikbare middelen | 183.842 | 193.274 | 184.452 | 181.808 | 182.237 |
Vaste bezittingen | 189.494 | 185.973 | 180.686 | 178.603 | 177.144 |
Voorraden | -1.600 | -156 | 7.392 | 15.554 | 27.925 |
Vastgelegd op lange termijn | 187.894 | 185.817 | 188.078 | 194.157 | 205.069 |
Nog te financieren/kortlopende financiering | -4.052 | 7.457 | -3.626 | -12.349 | -22.832 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
Risico's bouwgronden | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
Voorraden onderhanden werk | -1.600 | -156 | 7.392 | 15.554 | 27.924 |
Verliesverwachtingen (Netto Contant Waarde) | -5.289 | -4.781 | -3.294 | -4.973 | -3.002 |
Voorzieningen voor verliezen | 5.289 | 4.781 | 3.294 | 4.973 | 5.494 |
Reserve GZ exploitatieresultaten | 5.125 | 4.326 | 4.855 | 3.138 | 3.267 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat |